Skip to content
Skip to content

Teunisbloem

Oenothera biennis

In de zomermaanden groeit de teunisbloem langs de bermen, spoorwegen en duinen.
Het kunnen tamelijk hoge planten planten worden met forse stengels en grote opvallende goud- tot oranjegele bloemen boven. Met een beetje geduld kun je tegen de schemering zien hoe de bloemen zich openen.

Fraaie verhalen
De teunisbloem is waarschijnlijk genoemd naar Sint-Antonius van Padua. Op 13 juni wordt in veel katholieke landen het feest van Sint-Antonius gevierd. De plant begint omstreeks deze tijd te bloeien. Oenothera is genoemd naar een oud-Griekse plant (Oinothèras) waarvan men de wortel opkookte tot een brouwsel dat sterk naar wijn rook. Biennis betekent tweejarig.

Toepassingen
Deze plant wordt wel gekweekt om zijn oliehoudende zaden. De gedroogde zaden zijn eetbaar vanwege de gezonde olie. Deze olie wordt ook gebruikt in de cosmetica-industrie. De wortels smaken enigszins naar pastinaak, de zoete bloemen worden wel in salades gebruikt. Ook wordt er uit de bloemen een gele verfstof gemaakt.

Herkomst
De voorouders werden begin 17de eeuw ingevoerd vanuit Noord-Amerika. In Europa heeft de plant zich tot een andere soort ontwikkeld.

Welke insecten trekt de plant aan?
Vlinders en wilde bijen

Algemeen
Kan zich sterk uitzaaien als de omstandigheden juist zijn. In dat geval is uitzaaien te voorkomen door de uitgebloeide bloemen te verwijderen. Verdraagt een temperatuur tot -30 °C en blijft de hele winter groen.

Standplaats
Zeer geschikt voor vrij open tuinen met slechts een enkele volwassenen boom of heester. Verlangt een licht beschaduwde plek nabij bomen en heester. De bodem moet voedselrijk, doorlatend en vochthoudend zijn, al wordt een droge standplaats ook goed verdragen.

Hoogte
Maximaal 150 cm

Bloeitijd
Juli-september

Bloeiwijze
De bloemen zijn tweeslachtig: ze hebben zowel een stamper als meeldraden. Iedere bloem staat in de oksel van een schutblad. De vier kroonbladen zijn 2-3 cm lang. Het onderstandig vruchtbeginsel is buisvormig en min of meer vierkant. De stijl met de vier stempels wordt tot 1,5 cm lang en is korter dan de acht meeldraden. De kelkbladen zijn helemaal groen. Bij de gesloten bloemknop staan de topspitsjes van de kelkbladen evenwijdig.

Kleur
Geel

Hoe te vermeerderen
De zaden zijn te oogsten in oktober. Verzamel ze op een droge dag, keer de toppen eenvoudig om en vang de zaadjes op in een brede bak. Zaaien kan van april-juli, eerst op een warm plekje. Doorgaans kiemen de zaden snel. Als er na twee tot vier weken geen kieming is, dan kan een koudeperiode de kiemrust opheffen. De geadviseerde plantafstand is circa 30 cm (acht tot tien stuks per m²).

Zaadjes in zadenbieb?
Nadat deze plant zaadjes heeft geproduceerd, zijn ze te vinden in de zadenbibliotheek in Zinder.

Weetjes
Er zijn pakweg 125 soorten teunisbloemen. Wetenschappers geven hiervoor de volgende verklaring: het pleistoceen kent vier ijstijden, die uiteraard afgewisseld werden door warme perioden. Met en na elke ijstijd schoven teunisbloemzaden op naar het noorden en kruisten zich met daar aanwezige achtergebleven soorten.