Deze grote, stekelige reus is een mooie structuurplant in de tuin. Hoog opgericht kan hij wel meer dan twee meter hoog worden en in bloei wordt zijn bijzondere silhouet nog eens geaccentueerd; prachtig in het avondlicht, tegen de zon!
Fraaie verhalen
Vroeger werden de stekelige bloemen gebruikt om ruwe wol te kaarden en voor het gladstrijken van het geweven laken, dus voor het in een richting strijken van de aan de oppervlakte liggende wolhaartjes.
De volgende sage vertelt hoe de kaardenbol op aarde kwam. Er was eens een arme man die twee vermoeide reizigers onderdak en te eten gaf. Na een paar dagen was zijn voorraad op en moest hij tot zijn spijt aankloppen bij zijn rijke buurman. Die scheepte hen af met een enkel geldstukje. Daarop veranderden de twee reizigers, tot verbazing van de rijke en de arme man, in engelen. Beide mannen gaven ze een pakje zaad. Ze haastten zich om te zaaien en wachtten in spanning af om te zien wat het zou worden. De arme man was teleurgesteld, het waren distels die opkwamen. Maar toen de planten groot geworden waren, droomde hij dat een engel hem zei de distelkolven aan naburige volkeren te verkopen, zodat ze er hun wol mee konden kaarden. Hij deed wat de engel tegen hem zei en verdiende hier heel veel geld aan. Zo werd de arme man rijk. Uit het zakje van de buurman kwamen bloemen. Ze bloeiden mooi, maar de rijke man kon er niets aan verdienen. Later bleken de bloemen een lastig onkruid te zijn en verwilderden zijn akkers. De rijke man verloor al zijn rijkdom en werd een arme man.
Toepassingen
De kaardenbol heeft bladeren waarin bijna altijd water staat. Daarom noemde men de plant vroeger benitier, dat ‘wijwatervat’ betekent. Het water heeft volgens het volksgeloof de kracht van wijwater en er werden wonderbare werkingen aan toegeschreven. Het zou bijvoorbeeld wratten en vlekken wegwerken, en als geneesmiddel dienen bij ontstoken ogen.
Herkomst
Inheems
Welke insecten trekt de plant aan?
Vlinders, bijen en hommels
Algemeen
De Dipsacus fullonum is een tweejarige, volledig winterharde vaste plant. Stekels heeft hij overal: op blad, stengel en bloem. Het eerste jaar produceert hij een wortelrozet van getande donkergroene bladeren met stekelige knobbels. Distelachtige, eindstandige bloemhoofdjes met stijve, stekelige schutbladen verschijnen het tweede jaar midden en eind zomer aan verticale stengels.
Standplaats
Een zonnige plek en vochthoudende, niet te arme grond
Hoogte
100-200 cm
Bloeitijd
Juli-augustus (in het tweede jaar)
Bloeiwijze
De bloemen bevinden zich in een ovaal bloemhoofd. De kleine bloemen beginnen in het midden van dit bloemhoofd te bloeien, waarna de bloei zich naar onder en boven uitbreidt. De bloembladeren omringen de bloem en zijn mooi rond naar beneden gericht.
Kleur
Lila, roze, paars of wit
Hoe te vermeerderen
De Dipsacus fullonum is te vermeerderen via zaad. Het is een warmtekiemer; zaaien kan in mei, juni of juli op een zaaibed. Kiemt meestal snel. Wel vochtig houden (niet té nat). Hij bloeit in het volgende jaar. Hij zaait zich ook ter plekke flink uit; wil je dit voorkomen, knip dan op tijd de zaadvormende bloemen uit de plant.
Zaadjes in zadenbieb?
Nadat deze plant zaadjes heeft geproduceerd, zijn ze te vinden in de zadenbibliotheek in Zinder.
Weetjes
De Nederlandse naam van deze plant is grote kaardenbol. Vroeger werden de stekelige bloemen gebruikt om ruwe wol te kaarden.