Skip to content
Skip to content

Sneeuwroem

Chionodoxa forbesii

Dit plantje met opvallende blauwe bloempjes, die zo mooi kleuren bij groen, is verre familie van de aspergeplant, al zou je dat niet zeggen. Het is ook familie van de hyacint, die lijkt er al meer op. Er is veel discussie over de naam en de soorten, maar de kleine sterbloempjes, die al heel vroeg bloeien, zijn niet te missen. Voor mensen die op zoek zijn naar blauw in hun border is dit een aanwinst.

Fraaie verhalen
De sneeuwroem begint in Klein-Azië te bloeien als daar de sneeuw smelt en is zo aan zijn naam gekomen. De naam Chionodoxa is afgeleid van het Griekse woorden chion, dat sneeuw betekent, en doxa, dat roem of heerlijkheid betekent.

Toepassingen

Herkomst
Bergstreken op Kreta, Cyprus en in Turkije

Welke insecten trekt de plant aan?
Bijen. Vooral de honingbij bestuift dit bolgewasje, hommels zijn er te zwaar voor, dan zakken de bloemblaadjes door.

Algemeen
Als dit bolgewas in groepjes staat, krijg je echt een blauw ‘waas’. Normale winters doorstaat het goed, het kan gewoon in de tuin blijven staan. Oude bloemetjes niet afknippen. Verplaatsen alleen na de bloei.

Standplaats
Groeit in de zon. Zoals alle bolgewassen heeft het een hekel aan te natte grond omdat de bollen dan zacht kunnen worden en verrotten. Door de vroege bloei geschikt als verwilderingsbol onder heesters of aan de voorkant (langs de rand) van een border.

Hoogte
15-20 cm

Bloeitijd
April

Bloeiwijze
Sterachtige bloempjes, meestal vier per steel

Kleur
Blauw met in het hartje wit

Hoe te vermeerderen
Zaaien kan, maar bolletjes planten werkt beter. Plant ze in het najaar (half september-half oktober) op een zonnige tot half beschaduwde plek in waterdoorlatende en voedselrijke grond. Vooral bij wat zachter herfstweer wortelen ze snel. Geschikt voor verwildering, verspreidt zichzelf door uitzaaiing en doordat mieren met de zaadjes aan de haal gaan.

Zaadjes in zadenbieb?
Nadat deze plant zaadjes heeft geproduceerd, zijn ze te vinden in de zadenbibliotheek in Zinder.

Weetjes
De zaden van de Chionodoxa zijn bitter. Om ervoor te zorgen dat mieren er toch in geïnteresseerd zijn, zit er een zogenaamd mierenbroodje aan. Mieren slepen met de zaadjes, peuzelen het broodje op en zorgen zo voor verspreiding.