Skip to content
Skip to content

Vlinderstruik

Buddleja auriculata

Bijzondere, groenblijvende vlinderstruik met smalle, lancetvormige donkergroene bladeren. Deze contrasteren sterk met de bloeiwijze, bestaande uit kleine ivoorwitte bloemetjes op veel vertakkende bloemtuilen. De geur is adembenemend en doet niet onder voor de betere eau de cologne. Deze plant is niet winterhard.

Fraaie verhalen
De plant is genoemd naar Adam Buddle (1662-1715), een Engelse predikant en botanicus. Zijn herbarium maakte deel uit van de oprichtingscollecties van het British Museum. Pas na zijn dood werden de eerste buddlejaplanten naar Engeland gestuurd. Hij heeft ze dus zelf helaas nooit gezien.

Toepassingen

Herkomst
Zimbabwe, Mozambique en Zuid-Afrika; groeit in bergachtige velden en struikgewas op een hoogte van 600-2000 meter.

Welke insecten trekt de plant aan?
De Buddleja heeft bloemen die speciaal gebouwd zijn op bestuiving door vlinders. De bloembuis is lang en smal, waardoor alleen insecten met een lange tong bij de nectar kunnen komen.

Algemeen
De vlinderstruik is een plant uit de helmkruidfamilie. In Europa is hij vooral als tuinplant in gebruik, maar hij komt ook verwilderd voor. De struik kan een beetje vorst verdragen.

Standplaats
Volle zon. Elke niet te vochtige tuingrond. Voorkeur voor kalkhoudende grond.

Hoogte
300-400 cm

Bloeitijd
Oktober-december

Bloeiwijze
Ivoorwitte bloemetjes op veel vertakkende bloemtuilen. Bloeit op tweejarig hout, daarom Buddleja auriculata pas na de bloei snoeien, midden zomer.

Kleur
Ivoorwit

Hoe te vermeerderen
Stekken heeft de voorkeur. Steek de toppen van afgeknipte takken in april in vochtige aarde, deze moeten ongeveer 20 cm lang zijn. De grond moet luchtig en enigszins vocht vasthoudend zijn om snel aan te slaan. Geef af en toe (niet te veel) water om verdroging van de grond te voorkomen. De takken wortelen makkelijk, in de meeste gevallen zal 95% van de stekjes aanslaan en na circa zes weken nieuwe bladgroei vertonen. Waarschijnlijk zal een gewortelde stek nog hetzelfde jaar stevige takken met bloemen ontwikkelen.
Stekken kan ook in de zomer door een tak vlak onder twee bladogen af te knippen, de tak wordt met de bladogen in luchtige humusrijke grond gestoken.
Zaaien kan ook, maar de planten die hieruit groeien lijken zelden op de moederplant.

Zaadjes in zadenbieb?
Van deze plant kunnen we geen zaden oogsten. Ze zijn dan ook niet opgenomen in de zadenbibliotheek in Zinder.

Weetjes
De struik heeft nog een aanpassing aan insectenbestuiving: van een onbestoven bloem is het hartje geel, en daarmee goed zichtbaar voor insecten. Na bestuiving wordt het rood, een kleur die insecten slecht kunnen zien.
Wie graag veel vlinders wil zien op een vlinderstruik, kan het best kijken aan het eind van de ochtend op een zomerdag met zonnig weer en weinig wind. Als het erg droog is, kan het helpen de struik een halfuur van tevoren water te geven. Dit stimuleert de nectarproductie, en dat ruiken vlinders.