Vrolijk heldergele tulp met geurende bloemen, het zonnetje in je voorjaarstuin.
Fraaie verhalen
De naam Tulipa is afkomstig van het Perzische toliban, dat tulband betekent: de bloem lijkt op een Perzische tulband. Silvestris betekent bos.
Toepassingen
Geschikt voor verwildering, als stinzenplant.
Herkomst
Iran, Noord-Afrika en van daaruit verwilderd in Zuid-Europa
Welke insecten trekt de plant aan?
De bloemstengels krommen zich bij regen en bij nacht, waardoor het stuifmeel tegen water beschut is; ook sluiten de bloemen zich. Aan de verdikte, brede voet van de helmdraden zit aan de naar het bloemdek toegekeerde zijde een klein groefje, waarin volgens sommige onderzoekers nectar wordt afgescheiden. Dit groefje is echter bedekt door een bosje haren, zodat insecten die erbij willen komen, het haarpropje en de gehele meeldraad moeten opheffen. Daardoor zijn kleine insecten, die toch geen bestuiving zouden bewerken, geheel buitengesloten. Grotere insecten vliegen op de stervormige stempel aan die vrij in het midden van de ook stervormig uitgespreide bloemdekbladen staat. Deze steekt boven de meeldraden uit en er is dus veel kans dat de bezoekers eerst later de helmknopjes aanraken en dat dus kruisbestuiving plaatsvindt. Later kromt de bloemsteel zich naar beneden, de bloemen worden daardoor knikkend en de stempel komt nu zo te staan dat neervallend stuifmeel erop komt, dus vindt spontane zelfbestuiving plaats.
Algemeen
De bostulp is een bolgewas dat behoort tot de leliefamilie (Liliaceae). Het is de enige tulpensoort die in Nederland in het wild voorkomt. De eerste waarneming dateert al uit 1568. De plant komt voornamelijk voor op buitenplaatsen op vochtige, voedselrijke, kleiige grond. Hij wordt ook wel tot de stinzenplanten gerekend.
De plant wordt 20-50 cm hoog en heeft een kale stengel. Hij vormt lange ondergrondse uitlopers met aan de top een nieuw bolletje waardoor hij zich kan verspreiden.
Standplaats
Zon/halfschaduw. Bij te weinig zon bloeit de bostulp niet. Vochtige, voedzame grond.
Hoogte
20-45 cm
Bloeitijd
April-mei
Bloeiwijze
Zeven tot acht grote, geurende heldergele bloemen. De buitenzijde is soms iets rood of groen. De nog gesloten bloemen zijn knikkend. De bloemdekbladen zijn botanisch gezien kelkbladen, waarvan de binnenste aan de voet gewimperd zijn. De meeldraden zijn aan de voet behaard en de kleine stempels zijn met de top van het vruchtbeginsel vergroeid.
Kleur
Geel
Hoe te vermeerderen
Zaaien kan, maar het duurt wel circa vijf jaar eer er een bol is ontstaan die kan bloeien.
Zaadjes in zadenbieb?
Van deze plant kunnen we geen zaden oogsten. Ze zijn dan ook niet opgenomen in de zadenbibliotheek in Zinder.
Weetjes
…