Skip to content
Skip to content

Rode kornoelje

Cornus sanguinea ‘Midwinter Fire’

De rode kornoelje is het hele jaar mooi. Hij valt op door de fraai gekleurde twijgen in de winter (hij wordt niet voor niks ook wel ‘winter beauty’ genoemd). Deze zijn oranjerood en vooral mooi als de zon erop schijnt. De witte bloemen zijn onopvallend, maar ruiken heerlijk.

Fraaie verhalen
Het boek Rode kornoeljes van Kerim GöÇmen bevat mooie natuurbeschrijvingen en gaat over de verliefdheid van een jonge jongen op een oudere vrouw en de politieke geschiedenis van Turkije.
Er is ook een christelijke legende die vertelt dat de kornoelje vroeger een grote boom met een dikke stam was, maar door een dramatische gebeurtenis is veranderd in een grote struik. Op een dag 2000 jaar geleden schrok een grote kornoelje die boven op de heuvel Golgotha stond. Hij zag dat het hout van een familielid was misbruikt voor het kruis waar Jezus aan stief. Uit schaamte boog hij zijn kruin en besloot niet meer te groeien. Zijn hout kon zo niet meer op deze manier misbruikt worden. Sterk is hij wel gebleven. Het geschenk van God voor zijn nederige gedrag is dat de kornoelje sindsdien als een van de allereerste struiken bloeit.

Toepassingen
Het taaie witte hout kan gebruikt worden voor stelen van smeedhamers en slaginstrumenten, voor manden, visfuiken, pijlen, handvatten voor messen, pennen, kammen en raderen in molens.

Herkomst
Europa

Welke insecten trekt de plant aan?
Vlinders en wilde bijen

Algemeen
De kornoelje is een sierheester. Hij groeit opgaand, later breed opgaand. Hij blijft niet wintergroen. De takken en bast zijn oranjerood.
De naam Cornus is afgeleid is afgeleid van het Griekse kranoaos, dat ‘hard’ betekent, vanwege het harde hout of de harde vruchtsteen. Sanguinea betekent bloedrood.
Om een goede groei en bloei te krijgen is het raadzaam de plant elk voorjaar (begin maart) sterk terug te knippen tot op 30-50 cm boven de grond.

Standplaats
De struik groeit op elke goede tuingrond, maar houdt van vochthoudend, nat tot een moerassige plek. Zet hem in de zon/halfschaduw. Hoe meer zon hij krijgt, hoe feller de kleur van de takken in de herfst en winter wordt. De bodem moet idealiter kalk bevatten en zuur/neutraal zijn.

Hoogte
180-200 cm

Bloeitijd
Mei-juni, soms in het najaar nog een keer

Bloeiwijze
De plant bloeit op eenjarig hout met kleine, discrete witte tuilen, gevolgd door kleine, bolvormige zwartpaarse steenvruchten. De tweeslachtige bloemen hebben vier slipvormige kroonbladeren van 4-7 mm lengte. In de bloem vind je vier meeldraden, een stijl en een stempel. De vier kelkbladen zijn klein en worden ook wel kelktanden genoemd.

Kleur
Wit

Hoe te vermeerderen
Je kunt winterstekken maken in december of januari door een eenjarige tak onder aan de struik af te knippen. Knip deze vervolgens in kleinere stukken met één à twee knoppenparen. Steek de stekken gebundeld in een pot met potgrond of tuinturf. Bewaar ze koel en zorg dat de grond niet uitdroogt. In maart kun je de bloempot uit de schuur halen en de stekken in een bloempot of in de tuin planten. Na twee maanden zullen ze gaan uitlopen. Eind van het jaar kun je de jonge struiken op hun uiteindelijke plek planten.

Zaadjes in zadenbieb?
Van deze plant kunnen we geen zaden oogsten. Ze zijn dan ook niet opgenomen in de zadenbibliotheek in Zinder.

Weetjes
In oktober vallen de spreeuwen de bessen van de kornoelje aan omdat de lijsterbessen dan op zijn. De koraalrode stelen zijn bitter, maar dat maakt de vogels niets uit. In de bes zit een pit, dit is de keiharde omhulling van een zaad. De pit moet altijd de darm van een vogel passeren om te kunnen ontkiemen. Het voordeel hiervan is dat hij ver weg van de moederstruik terechtkomt en dat de kiemplant wat extra mest meekrijgt.